Het kabinet Rutte zadelt gemeenten op met een berg aan taken rond zorg en werk. Gemeenten moeten daarbij binnen strakke uitgavenkaders werken, terwijl er geen mogelijkheden zijn om dekkende lokale belastingen te heffen. Leg de lasten daar waar de lusten zijn, stelt Sandra Phlippen.
De overheid is begonnen met het knutselbouwwerk van de participatiesamenleving. Zorg en werk worden door het kabinet Rutte voor een groot deel over de schutting naar de gemeente gegooid, maar het bouwwerk is pas half af.
Toch wordt nu al rekening gehouden met de enorme besparingen die de decentralisatie moet opleveren.
Wijk als laboratorium voor meest kwetsbaren
De al ingeboekte besparingen moeten deels worden opgebracht doordat mensen fundamentele gedragsveranderingen gaan vertonen. Mensen moeten meer sociale betrokkenheid tonen. Ze moeten sterker en zelfredzamer worden.
Dit alles geldt niet voor alle mensen, maar alleen voor hen die tijdelijk of langdurig op de verzorgingsstaat leunen. De wijken van ons land worden laboratoria waarin de meest kwetsbaren onder de loep liggen.
Nieuw utopia
Als we het van de positieve kant bekijken krijgen we straks alles waar de samenleving al jaren om roept: een zorgzame overheid dichtbij en een zelfredzame en sociaal betrokken burger. Een overheid in de vorm van lokale wijkteams die zicht hebben op de problemen van bijvoorbeeld de eenzame ouderen en die preventief ingrijpen en zodoende kosten besparen. Een win-winsituatie dus.
Burgers in de nieuwe participatiesamenleving leven idealiter als mensen in lokale, zelfvoorzienende gemeenschappen. Daarin kunnen mensen hun ‘eigen kracht’ herontdekken. Buren en vrienden snellen naar buiten om mantelzorg te verlenen zodat de staat er niet aan te pas hoeft te komen. Dit alles powered by de kracht van slimme ICT-netwerken.
Rauwe Rotterdamse werkelijkheid
Maar waar zijn de benodigde gedragsveranderingen van burgers op gebaseerd? Welk onderzoek laat zien dat mensen in de praktijk hun eigen en elkaars problemen oppakken zodra de overheid zich terugtrekt?
De rauwe Rotterdamse werkelijkheid laat vooralsnog een iets ander beeld zien. Hier slaat de Rekenkamer alarm over decentralisatie in de jeugdzorg. Probleemgezinnen zijn realistisch gezien vaak niet in staat hun probleemoplossend vermogen te verhogen, aldus de Rekenkamer.
De veronderstelling dat dit toch gebeurt staat wel al in het Rotterdams jeugdbeleid ingeboekt. De Rekenkamer waarschuwt ook dat buren, vrienden en familie aangeven het helemaal niet te zien zitten om hulptaken van de gemeente over te nemen.
Professionals zeggen niet te begrijpen wat er met het nieuwe begrip ‘pedagogische civil society’ bedoeld wordt. Ik heb ook geen idee, u wel?
Mens reageert op prikkels
Wat we weten over het menselijk gedrag is dat er wordt gereageerd op prikkels. En als die prikkels niet in lijn zijn met wat men wil bereiken of zelfs pervers zijn, dan is het wachten op misstanden.
Proeftuinen rondom jeugdzorg laten zien dat zodra de aangeboden zorg laagdrempeliger wordt, zoals in wijkteams het geval is, er een aanzuigende werking ontstaat: er blijken steeds meer mensen met een zorgvraag rond te lopen in de wijk. Ook al heeft vroegtijdige zorg een preventieve werking, de kosten zullen in het begin eerder hoger dan lager uitpakken.
Een ander voorbeeld komt van onderzoekers Marielle Non en Wouter Vermeulen in vakblad ESB. Het gaat hier om een afwezige prikkel bij wijkteams.
Als wijkteams door hun vroegtijdige aanpak weten te voorkomen dat een bejaarde vereenzaamt en een dure behandeling tegen depressie moet ondergaan, heeft alleen de zorgverzekeraar daar financieel baat bij. Lokale zorgverleners zijn vast gemotiveerd om de levenskwaliteit van de wijkbewoners te verbeteren. Maar gelet op het veel kleinere budget waarmee ze zorg gaan verlenen, ligt het risico van te weinig investeren in preventie duidelijk op de loer.
De oplossing is in wezen simpel: leg de lusten daar waar de lasten zijn. Laat in dit geval de financiële baten van gerealiseerde preventie ook bij het wijkteam neerslaan. Zij plukken dan ook de vruchten van hun belangrijke werk.
Financiële armslag bij gemeente: dan luistert kiezer
Gemeenten staan onder grote druk om binnen hun uitgavenkaders te blijven opereren. De kwaliteit van de geleverde zorg- en werkregelingen wordt uiteindelijk beoordeeld door de kiezer. Op dit punt is het knutselwerk van de participatiesamenleving nog het minst af.
Omdat kiezers maar een minuscuul deel van hun belastingafdracht aan de gemeente doen, vindt de kiezer de gemeenteraadsverkiezing ook niet zo belangrijk. We hebben daarom uitgavendekkende lokale belastingen nodig, want ook hier geldt het adagium: leg de lasten waar de lusten zijn, want wie moet betalen, wil ook mee bepalen.
Sandra Phlippen is hoofdredacteur van het economisch vakblad ESB.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl